Journalistiek & bladenmaken

Scherpschutter op tijdschriftredacties

NRC 10|09|2022 FOTO ©Anouk De Kleermaeker

Els Rozenbroek (1957-2022) was tot vlak voor haar dood de ongekroonde bladenkoningin van Nederland.

Rokend en slagroomtaart etend liet bladenmaker Els Rozenbroek een groeiende schare podcastfans deze zomer meeleven met paniekaanvallen, hoopgevende medicatie, seksfantasiën en de zorg om haar hond Willem wanneer zij er niet meer zou zijn. Over haar naderende dood zei Rozenbroek in De Saarpodcast 50+ en nog lang niet dood: „Niemand doet het je
voor.”

Rozenbroek was tot voor kort de ongekroonde bladenkoningin. Als redacteur verzon ze originele invalshoeken voor verhalen die niet alleen herkenbaar, maar vooral ook recht voor z’n raap waren, met koppen als ‘Liegen moet’ of ‘Rot op met je appeltaart’.
„Els legde de vinger feilloos op de zere plek, ze nam geen blad voor de mond en had lak aan conventies”, zegt vriendin Rozemarijn de Witte. Zij vroeg Rozenbroek in 2003 om de toon te zetten voor het maandblad LINDA . Het werd hun missie om eerlijker en minder lief te zijn dan de bestaande vrouwenbladen. De Witte: „Als je Pinkeltje huilt plaatst bij een portrettengalerij over mannen met een micropenis, dan ben je briljant.”
Ineens werd Rozenbroek deze zomer dan toch gekroond, met de Mercur d’Or/LOF-prijs voor magazines. Maanden voor de geplande uitreiking die jaarlijks in november plaatsvindt, zodat ze het beeldje met Oscar-allure en het lovende juryrapport nog in ontvangst kon nemen in het Amsterdamse hospice waar Rozenbroek haar laatste weken sleet. „Apetrots was Els”, vertelt haar broer Roland Rozenbroek. Het was de bekroning van een leven lang werken voor de bladen.

In 1977 startte Rozenbroek als negentienjarige leerling bij Lib elle, ze werd eindredacteur bij Flair en Story en hoofdredacteur van Top Santé, Kinderen en Vrouw Vandaag. Begin 2000 gaf ze haar zekerheid op om te gaan freelancen. Een bevrijding, omdat ze zichzelf ongeschikt vond om leiding te geven. „Een dappere stap waarmee ze eindelijk voor zichzelf koos”, zegt broer Roland. „Ze werkte dag en nacht, maar deed alleen nog maar werk dat ze leuk en interessant vond.”
In het gezin in Twente waar ze opgroeide was ze altijd de rebel. Ze had een sterke mening waar ze moeilijk vanaf te brengen was. Roland: „Ze had dezelfde drang naar onafhankelijkheid en net zo’n uitgesproken persoonlijkheid als onze moeder. Alleen leefde die in een tijd waarin vrouwen niet konden doen waar ze zin in hadden. Haar onvrede over het huisvrouwenbestaan liet ze voelen aan haar zes kinderen, met name Els was daar gevoelig voor. Doordat ze zo op elkaar leken, botsten ze vaak. Els heeft daaraan het gevoel overgehouden dat ze niet welkom was.”
Het gevoel ongewenst te zijn werd een rode draad in Rozenbroeks leven. Ze werd jong zwanger van haar baas, toenmalig Libelle-hoofdredacteur Rob van Vuure, die haar een paar maanden na de geboorte van hun zoon verliet. Daarna stortte ze zich vol overgave in nieuwe romances, vaker met mannen die haar bedrogen.

Ze vervlocht haar eigen vallen en opstaan in al haar werk. In het dagboek van de fictieve Juul dat ze vijftien jaar lang wekelijks schreef voor Libelle, verwerkte ze vol zelfspot haar huwelijken. Met haar Fransman, en met haar liefste, zelfs wat saaie man die er toch ook een dubbelleven op na bleek te houden.
„Els maakte overal een mooi, rond verhaal van. In haar werk was dat fantastisch. Maar privé ging ze soms erg kort door de bocht”, memoreert vriendin Barbara van Erp. Toen Van Erp in 2014 samen met Libelle-columnist Femke Sterken Saar Magazine oprichtte, vroeg ze Rozenbroek
erbij. Om een magazine voor vijftigplussers te maken waarin ze niet betutteld worden. Volgens Van Erp deugde iemand voor Els, of niet. „Els was niet van de nuance en ze was ook niet vasthoudend, een stellige overtuiging kon zomaar ombuigen. Maar uitgesproken was ze altijd.” Dat leverde lachwekkende anekdotes op waar ze smeuïg over kon vertellen. Maar ze brak vaak radicaal met mensen. Van Erp: „Door het zo compact te maken, klopte het verhaal dat zij ervan maakte in ieder geval voor haar. Misschien schiep ze met haar eigen werkelijkheid ook haar gevoel van veiligheid.”

Toen Rozenbroek dit voorjaar de diagnose darmkanker kreeg, begon ze met Van Erp en Sterken De Saarpodcast. Daarin namen ze het leven door, bespraken ze openlijk, en vaak gierend van het lachen, hun sekslevens, en roddelden ze over koningin Máxima en Rachel Hazes en ‘vieze Jeroentje’, zoals ze voormalig bandleider van The Voice Jeroen Rietbergen noemden.
Vast onderdeel werd ‘het kankerminuutje van Els’. Voor de zomer vertelde Els: „Als ik stop met de pillen, ben ik binnen drie dagen dood.” Terwijl Van Erp al begon met afscheid nemen, bleek het verhaal medisch totaal niet te kloppen. „Els had weer iets verzonnen en wij geloofden haar.”
De laatste gezamenlijke podcast namen de vrouwen op aan het sterfbed van Rozenbroek. In vijfentwintig afleveringen plaatsten ze met de serie de dood midden in het leven.

Meer lezen Erudiet strijdster voor euthanasie