Immanuel Klein leefde als een kluizenaar. Geld en tijd waren ondergeschikt
Zijn talent werd al vroeg opgemerkt toen zijn docent kunstgeschiedenis Kleins reproducties exposeerde in de gangen van de Vrije School in Den Haag. Ze waren niet te onderscheiden  van meesterwerken van Rembrandt en Turner.

Tijdens zijn studie cello aan het Haagse conservatorium zocht Immanuel Klein meer uitdaging, en hij deed auditie om ook de studierichting componeren te kunnen volgen. Toen de directeur tijdens de auditie toevallig binnenliep zei hij: „Immanuel Klein? Die kan alles, neem maar gewoon aan.”

Jeugdvriend Taco Sorgdrager woonde eens een repetitie bij waar Kleins compositie Iris werd geoefend. „Immanuel greep in om de uitvoerende cellist te vertellen hoe hij een lastige passage beter kon spelen. Dat deed hij op zo’n helpende manier dat de cellist zelf ontdekte hoe het ook kon, wat hij kon beleven tijdens het spelen, waardoor het beter werd.”

In dat stuk had Klein de relatiebreuk met zijn toenmalige vriendin en moeder van zijn zoon verwerkt. Hij keerde zich destijds af van het vaderschap en de bijbehorende verantwoordelijkheid naar zijn zoon Andrik – de relatie met hem groeide pas toen Andrik volwassen was.

Hartstocht
Jarenlang combineerde hij verschillende disciplines. Zijn keuze voor een opleiding in de muziek betekende een pijnlijk verlies van de beeldende kunst. Na zijn muzikale loopbaan koos hij rond 2002 toch voor met name beeldhouwen en fotografie.

Volgens Sorgdrager voelde Klein altijd wel dat mensen hoge verwachtingen van hem hadden zodra ze zijn dubbeltalent opmerkten. Hem interesseerde dat weinig. „Hartstocht was zijn drijfveer”, zegt Sorgdrager, die altijd goed bevriend bleef met Klein. „Hij hield gewoon van alles in deze wereld. Hij wilde precies weten hoe de dingen zijn én hoe de dingen van elkaar verschillen. Hij maakte bewerkingen van foto’s van zijn reizen en drukte die vele malen af, steeds op ander papier. Elke papiersoort verschilde in de kleinste nuances van de ander bijvoorbeeld in dikte, structuur of kleur. Pas als hij me liet zien dat het ene witte vel toch echt iets geler was dan het andere zag ik het ook. Voor hem was het essentieel zulke details te zien, te gebruiken en recht te doen.”

Dat anderen minder oog voor detail hebben maakte hem enigszins verbitterd. Eenzaam ook. Zijn enige zus Odilia vermoedt dat de periodes die hij doorbracht in het Italiaanse beeldhouwersdorp Pietrasanta, bij de marmergroeves van Carrara, behoorden tot zijn gelukkigste. In 2009 was hij er drie maanden als artist in residence. In die setting kon hij wel degelijk genieten van samen met anderen werken en rode wijn drinken.

Hij maakte indrukwekkende uitvergrotingen in marmer van het binnenoor en het evenwichtsorgaan. Wat hem betreft drukte dit met zijn drie halfcirkelvormige kanalen precies uit wat een sculptuur was: een brug tussen binnen en buiten; een vibrerende verbinding tussen kunstwerk en toeschouwer.

Beeldengalerij het Depot in Wageningen kocht werken van Klein en organiseerde in 2019 een solotentoonstelling. „Ik bezocht hem in zijn woning en atelier in Den Haag”, vertelt artistiek leider Johan Luijmes. „Hij was bezig met zandverstuivingen, via Google Earth maakte hij virtuele reizen door de woestijn. In zand, ijskristallen of zeewier zag hij wat hij sculpturale fenomenen noemde die hij nauwgezet probeerde na te maken.”

Natuurlijke processen fascineerden hem. Twee zoutlikstenen voor sabel-antilopen die hij in 1990 had gekregen van een dierenverzorger in Diergaarde Blijdorp brachten hem jaren later tot een van zijn belangrijkste werken: Erosion, als een steen waar een dier met zijn tong een spoor heeft ingesleten. Voor zijn sculptuur Remembering Tara zette hij met zijn vingers de eerste akkoorden van Debussy’s ‘Claire de lune’ in het zand en maakte daar een afdruk van.

Sorgdrager noemt zijn vriend een omgekeerde cartograaf: „Wat je denkt te kennen maakte hij juist onbekend, zodat je als toeschouwer de wereld opnieuw moet gaan ontdekken. Ik was zeer geraakt door een glasplaatje dat hij in een specifieke vorm had geslepen, maar ik kon totaal niet plaatsen wat het moest voorstellen. Terloops vertelde hij me dat hij de vorm was tegengekomen in een atlas, het diepste deel ter wereld in een oceaan werd ermee weergegeven. Van zo’n bestaande vorm maakte hij dan zijn eigen versie.”

Klein was streng voor zichzelf. Dingen moesten precies worden zoals hij voor ogen had, tijd en geld waren ondergeschikt. Gevolg was dat hij regelmatig onder de armoedegrens leefde. Zodra hij geld had kon hij linea recta naar de winkel lopen om nieuw materiaal of een jas van Armani te kopen. Hij verkoos een bestaan dat vaak meer weg had van kluizenaarschap boven een burgerlijk sociaal bestaan.

Zijn zus Odilia herinnert zich hoe strak hij zich vroeger al hield aan de opdrachten die hij zich gaf: „Tijdens een zomervakantie wilde hij mij elke dag portretteren, dat moest binnen vijftien minuten en zijn tekening moest perfect gelijken met mijn gezicht. Toen hij zichzelf banjo leerde spelen, oefende hij fanatiek om het aantal aanslagen op te voeren.”

Vibrafoon
Fotograferen leerde hij al jong van zijn vader. Beiden hadden een sterke persoonlijkheid, waardoor ze flink konden botsen. Odilia: „Ik vond het contact met Immanuel ook niet gemakkelijk. De afgelopen jaren hadden we een soort onafgesproken omgangsvorm gevonden door over eten te praten. Met welk bier en welke specerijen je een goede Vlaamse stoof kon maken. Daarin vonden we meer overeenkomst dan in zijn muziek; zijn composities waren heel knap, maar ik werd er onrustig van.”

Sorgdrager: „Zijn ouders hebben hem vanuit hun antroposofische levenswijze veel mogelijkheden geboden om zijn kunstenaarschap al jong te ontwikkelen. Maar zijn eigen benadering was veel aardser. Hij zocht tot op het bot uit hoe materie in elkaar steekt, welke natuurkundige wetten gelden en hoe hij zich ermee kon uitdrukken om zijn eigen wending ergens aan te geven.”

In 2020 werd darmkanker bij hem geconstateerd. In zijn laatste jaren leerde hij zichzelf vibrafoon spelen, een instrument dat iets weg heeft van een xylofoon. In de begintijd van zijn ziekte heeft hij nog voor vibrafoon gecomponeerd: stukken voor dansers in een theatervoorstelling. Hij voerde de muziek zelf uit, ongeveer een jaar voor zijn overlijden in september.

Lees ook De overgave van kunstenares Edith Meijering