Journalistiek & bladenmaken

Ondernemer met schulden kan doorgaan

ILLUSTRATIE © Jesse Ceelen

Schulden? Als de ondernemer weer perspectief ziet, is de grootste hobbel genomen. Niet eerder stopten zoveel bedrijven als dit jaar. Had professionele ondersteuning dit kunnen voorkomen? Vaak wel, zegt de schuldhulpverlener. Maar soms komt bedrijfsbeëindiging als een verlossing.

Bijna 104.000 bedrijven werden de afgelopen drie kwartalen opgedoekt. Een recordaantal, volgens statistiekbureau CBS. Jacqueline Zuidweg had al zo’n vermoeden. Zij runt Zuidweg & Partners, een bedrijf dat ondernemers met schulden helpt. Sinds de zomer merkt ze dat meer mensen bij haar aankloppen. Ze denkt dat een derde van de 150.000 kleine bedrijven die tijdens ‘corona’ belastinguitstel en steunmaatregelen genoten, niet in staat is (terug) te betalen.

Hoeveel ondernemers dit jaar stopten wegens betalingsproblemen, is niet bekend. De ervaring van Zuidweg, wier bedrijf sinds 1994 ruim 37.000 ondernemers bijstond, is wel dat te veel van hen onnodig stoppen. „Van de mensen die een in de kern levensvatbaar bedrijf hebben, komt 80 procent er juist bovenop door de onderneming voort te zetten. Als ze maar tijdig de hulp vragen en krijgen waar ze recht op hebben.”

En daar schort het vaak aan, zegt ze. Ondernemers kunnen zichzelf tot haar wenden, maar tegenwoordig gebeurt dat veel via de ruim 150 gemeenten waarvoor ze werkt. Die betalen dan de hulp voor zelfstandig ondernemers met financiële problemen.

Flink in paniek

Het is de ervaring van Zuidweg dat ondernemers zelden in het nauw komen doordat ze iets verkeerd doen of slecht zijn in hun vak. Problemen ontstaan veeleer door onvoorziene omstandigheden – zoals nu de oorlog in Oekraïne of hoge energiekosten, of ingrijpende persoonlijke gebeurtenissen zoals ziekte, echtscheiding, een werkloze partner. Zuidweg: „Vaak ontbreekt een plan B. Ondernemers die persoonlijk aansprakelijk zijn, kunnen dan flink in paniek raken. Ze zien alleen nog maar de schulden en niet wat ze nog wél kunnen betalen. Ze hebben te weinig grip op cijfers, kijken weg van de problemen en wachten te lang met hulp zoeken.”

Zuidweg ziet het inmiddels als haar missie om het midden- en kleinbedrijf gezond te houden, met ondersteuning van allerlei instanties. Toen gemeenten in 2012, na de bankencrisis, wettelijk verantwoordelijk werden voor ‘natuurlijke personen’ met problematische schulden, zette Zuidweg met de gemeente Flevoland een proefproject op. Wat ze ontdekten, was dat bijna iedereen – particulieren én kleine ondernemers – te helpen was als problemen maar tijdig werden gesignaleerd. Daar lag wat de zelfstandig ondernemers betreft óók een verantwoordelijkheid voor de Kamer van Koophandel, boekhouders, banken en schuldeisers. Die hebben het immers vroeg in de gaten als moeilijkheden ontstaan. Daarbij is het wel zaak dat ze de ondernemer de vereiste veiligheid bieden om hun die hulp ook echt te vragen. Zuidweg: „Hoe eerder je erbij bent, des te meer je kan doen. Zoals begeleiding zoeken bij marketing, sales, boekhouding – wat maar nodig is om het bedrijfsresultaat te verbeteren.”

De gezamenlijke inspanningen resulteerden in oprichting van Stichting Nederlandse Schuldhulp Route (NSR) en Stichting MKB Doorgaan, tegenwoordig bekend als Geldfit Zakelijk. Met het vooruitzicht dat de door corona uitgestelde belastingen na 1 oktober terugbetaald moesten worden, werkte Zuidweg afgelopen zomer hard aan vernieuwing van de bijbehorende site geldfit.nl.

„Zelfs als ondernemers tonnen schuld hebben, lukt het in de meeste gevallen hun zwaktes boven water te krijgen. Dan kunnen ze bijsturen om een gezonde bedrijfsvoering op poten te krijgen.”

Veel voorkomende schuldeisers als de Belastingdienst, verzekeraars, banken en energieleveranciers zijn doorgaans bereid regelingen te treffen, weet Zuidweg. „Zij krijgen liever íéts dan niets, en zijn vaak ook nog blij een klant voor de toekomst te houden.”

Levensvatbaar
Voor zo’n regeling moet de ondernemer wel een gedetailleerd financieel plan overleggen. Zuidweg: „Dat is precies waar velen vaak hulp bij nodig hebben. We brengen samen in kaart welke betalingsverplichtingen er zijn en of het bedrijf levensvatbaar is. Zodra een ondernemer zelf perspectief ziet, is de grootste hobbel genomen. Dan ontstaat rust en ruimte om weer helder te denken en te handelen. Daarna is het een kwestie van berekenen wat er na vaste lasten en een inkomen nog overblijft om schuld af te lossen. Gemiddeld komt dat bij doorstartende ondernemers neer op 20 procent. Met dat aanbod stappen wij naar alle schuldeisers voor een kwijtscheldingsverzoek.”

De gemeenten kan verder behulpzaam zijn door ondernemers een BBZ-krediet te verstrekken. Met deze bijstand voor zelfstandigen kunnen  ze betalingsachterstanden gedeeltelijk inlopen.

Met haar focus op hulp voor zelfstandig ondernemers heeft Zuidweg zich jaren een roepende in de woestijn gevoeld in gesprekken met Economische Zaken of Financiën. „De nadruk lag op investeren in startups en innovatie. Maar juist door behoud van kleine en middelgrote bedrijven is zoveel uitval te voorkomen. De tijdgeest verandert nu gelukkig wel.”

Het slimme softwarepakket was te duur geweest

„Als u morgen geen vijfhonderd euro overmaakt, zien we ons genoodzaakt een incassobureau in te schakelen.” Het was op een donderdagavond, eind maart 2017, toen Maarten van Leeuwen dit bericht kreeg van zijn softwareleverancier. Zijn betalingsachterstand was in vier maanden opgelopen tot 2.000 euro.

Terwijl de paniek door zijn lijf joeg, werd hij op slag wakker. Deurwaarders op de stoep? Dát zou hij niet laten gebeuren. Morgen ging hij stoppen met zijn bedrijf, besloot hij.

Van Leeuwen moest erkennen dat hij zijn adviesdienst voor marketing en conceptontwikkeling voor duurzaam ondernemerschap na twee jaar nog niet goed wist te verkopen. De aanschaf van een duur softwarepakket verdiende hij niet terug, laat staan dat hij winst maakte.

Hij was 36 jaar en van plan met zijn jonge gezin naar het platteland te verhuizen voor een rustiger bestaan. Maar nu had de stress het overgenomen. Het besef dat hij commercieel geen succes boekte, sluimerde al een tijd, maar koers wijzigen deed hij niet. Hulp vragen evenmin – hij wist ook niet waar hij die zoeken moest. In plaats daarvan was hij blijven proberen die ene gouden order binnen te halen.

De volgende ochtend zette hij op een rij wat hij aan wie moest betalen. Als eerste belde hij de verhuurder van zijn kantoor. Die kende hij persoonlijk, wat hem iets minder moeite kostte openheid van zaken te geven en een betalingsregeling voor te stellen. Hij voelde zich bovendien verantwoordelijk voor de inkomsten van de huisbaas, net zo’n kleine en welwillende ondernemer als hij.

De softwareleverancier was de zesde, laatste en grootste schuldeiser die hij belde. Dat dit een groot internationaal bedrijf was dat door zijn toedoen slechts een tikje minder winst maakte, verlichtte zijn gêne iets. Die dag bracht rust. Het was met alle partijen gelukt afspraken te maken.

Niet veel later vond hij een baan in loondienst, waarmee hij ook weer inkomen had. Voor de afbetaling van zijn schuld had hij het zichzelf gemakkelijker kunnen maken als hij voor tien in plaats van vijf jaar had gekozen. Maar hij wilde die diepe put zo snel mogelijk dichten; elke afschrijving herinnerde hem pijnlijk aan de dingen die niet goed waren gegaan. Zijn eigen tekortkomingen erkennen, toegeven dat hij in de problemen was gekomen – dat bleef lastig. Alleen al het woord schuldhulpverlening gaf hem het gevoel een loser te zijn.

De slapeloze nachten waren niet direct voorbij. Opdoeken van zijn zakelijke activiteiten vergde veel tijd en energie. Daarbij had hij advies nodig, wat weer kosten met zich meebracht. Hij was niet gelijk van zijn contracten af en moest telkens lastige keuzes maken die financiële consequenties hadden.

De situatie bleef jarenlang op hem drukken. Hardlopen hield hem op de been. Hij ging trainen voor de halve marathon en de sensatie na de eindstreep stimuleerde hem door te gaan voor de hele marathon. Het hielp hem door te zetten: inmiddels heeft hij ook zijn studieschuld volledig afgelost.

De schaamte en het schuldgevoel raakt hij misschien nooit helemaal kwijt. Maar toen hij zijn ervaringen deelde in een openbare blog, ontving hij veel bijval – ook van onbekende lotgenoten. Daardoor voelt hij zich nu een stuk minder alleen.

Stapels ongeopende enveloppen
De 41-jarige vrouw wil haar verhaal graag vertellen om anderen op het hart te drukken: geef het toe als het niet goed gaat. En: hulp vragen is geen zwaktebod. Maar ze vertelt het liever anoniem, want de sportwereld waarin ze werkt, is hard.

Twee jaar geleden zat ze diep in de problemen. Haar hartslag schoot omhoog toen ze de deurbel hoorde; toch niet weer een deurwaarder? Het bleek een man van de buurtkerk, die van haar moeilijkheden had vernomen: of hij iets voor haar kon betekenen. Ze ging nooit naar de kerk, maar iemand die hulp aanbood zonder iets terug te vragen kwam haar voor als een engel.
Van huis uit had ze geleerd keihard te werken, en dat deed ze. Ze was succesvol als personal trainer en verdiende prima. Alleen privé ging het bergafwaarts. Haar relatie verslechterde en ze kreeg in één maand vier sterfgevallen te verwerken.

Haar administratie was een puinhoop, ze deed de ene betaling dubbel en liet de andere factuur maanden liggen. In de sportschool die ze sinds 2008 runde onder de paraplu van een grote franchiseorganisatie, bleef ze de opgewekte trainer aan wie klanten en collega’s zich optrekken. Maar thuis was ze zich niet langer de zelfstandige vrouw die elke klap wist te verwerken en altijd doorging.
Ze was door al haar reserves heen, haar relatie was uitgegaan en ze dreigde als alleenstaande moeder haar huis uitgezet te worden. Na de scheiding van haar ouders had ze zich als kind thuisloos gevoeld. Dat mocht haar zoon niet overkomen – maar het vooruitzicht benam haar de lust te leven.

De man van de kerk kwam met haar praten, ze kon bij hem uithuilen en samen gingen ze stapels ongeopende enveloppen te lijf. Ze kreeg overzicht. Daarna was de stap naar een schuldhulpverlener niet groot meer.
De Belastingdienst ging meteen akkoord met het saneringsplan, kleine schuldeisers volgden. Onderdeel ervan was dat de gemeente Rotterdam haar 22.000 euro leende die ze in drie jaar moest aflossen. De rekensom was gebaseerd op de groei van haar bedrijf en het inkomen dat ze zichzelf kon uitkeren. Naar zo’n concreet eindpunt toe werken, scheelde haar veel kopzorgen. Ze bleek ook nog eens recht te hebben op toeslagen waarvan ze het bestaan niet kende.

Nog steeds is ze bang opnieuw de grond onder haar voeten te verliezen. Maar het geeft rust dat ze per maand inmiddels meer kan aflossen dan nodig.

Bij Geldfit kunnen particulieren en ondernemers (Geldfit Zakelijk) met financiële tekorten terecht. Op geldfit.nl staan geldtests, informatie en ervaringsverhalen van andere ondernemers.

Lees ook hoe Dagmar Niewold vanuit de bijstand weer aan de slag ging: ‘Werken loont niet’