Journalistiek & bladenmaken

‘Hokjesdenken zorgt voor uitsluiting’

Foto: Noaber Interview Stadsboerin

Braak liggen. Het overkomt mensen net zo goed als grond. Dat oogt niet altijd even aantrekkelijk, maar het is nooit voor niets. Daar moet wel ruimte voor zijn. Voor wie weer wil meedraaien of weerbaarder wil worden, biedt de Stadsboerin in Doetinchem een beschutte plek om te werken of aan te schuiven met eten.

Varkens hebben wel 49 manieren van knorren, elke knor betekent iets anders. Zeug Elsje en drie biggen piepen en snuiven gemoedelijk zodra Wesley op ze afloopt. ‘Met deze variant laten ze weten dat ze willen eten.’ Wesley kan het weten, hij is verantwoordelijk voor de verzorging van de varkens en hun leefplek bij de Stadsboerin in Doetinchem. Terwijl hij de vacht tussen hun oren krabbelt, duwt hij met zijn gelaarsde moddervoet hun enthousiast snuffelende snuiten behoedzaam maar resoluut van zich af. Zes dagen in de week verzorgt hij de dieren, ook op zijn vrije zondag komt hij vaak even kijken. ‘Ik vind het fijn om met ze te knuffelen. Ik ga tegen de buik zitten bij de een, soms komt een ander varken dan weer tegen mij aanzitten. Ik kijk wel uit dat ze me niet pletten, dat hebben ze zelf niet in de gaten. Het is heel ontspannen, het maakt mijn hoofd leeg. Ellen heeft mij wel gezegd dat ik me niet te veel met de varkens moet bemoeien. Ze hebben zo hun eigen hiërarchie in de groep, er is er altijd wel eentje die een beetje buitengesloten wordt en geen eten gegund wordt door de anderen. Maar het is voldoende om hun eten goed te spreiden, zo krijgen ze allemaal hun portie wel.’
Ellen is een selfmade stadsboerin, Stadsboerin is de naam van het stadslandbouwproject op de grens van Doetinchem en de Kruisbergse bossen. Een langgekoesterde droom die Ellen in 2019 ging waarmaken.

Prettige aanwezige
Het idee was een moestuin waar bezoekers de verbinding met de natuur vinden door mee te werken, te voelen, te oogsten en te eten van het land. ‘Gewoon buiten zijn, op het land, geeft rust. Mij ook. Zodra ik te lang bezig ben met organiseren, achter mijn computer zitten, ga ik naar buiten, letterlijk met mijn handen in de aarde wroeten.’
Wesley is onbezoldigd medewerker sinds de begindagen. Zijn stiefvader kwam namens een lokale supermarkt oud brood brengen voor de varkens en zag de plek meteen zitten voor Wesley. Ellen: ‘Ik leerde hem kennen als een zeer mensenschuwe jongen. Hij was eenzaam en had geen invulling voor zijn leven. Ongelukkig sloot hij zich jarenlang op in zijn kamer. Ik ontdekte dat contact met mensen lastig voor hem is, maar dat hij bijzonder goed contact met dieren heeft. Inmiddels verzorgt hij de dieren, maait hij de paden en doet hij allerlei klussen. En hij is een prettige aanwezige in het geheel hier. Ik kan niet meer zonder hem.’
Ze heeft hem in de begindagen dagelijks uit zijn bed moeten bellen. ‘Dat ik hem zo heb zien groeien doet niet alleen hem goed, mij ook.’ Met Wesley en steeds meer vrijwilligers erbij is de moestuin uitgegroeid tot een project dat je gerust naoberschap twee punt nul kunt noemen.

Overvloedige oogst
Na jaren leegstand en verval is in krap drie jaar een levendige tuin ontstaan op het terrein van de voormalige Kruisbergse gevangenis. Lichtslingers onder boomkruinen markeren het toegangspad naar de zonnige kruidentuin, tunnelkas, bloemenpluktuin, vlinderweide, groentebedden en de kippen- en varkensweide. Kinderen dwalen los van hun ouders langs alles wat groeit en bloeit of braak ligt. Centraal staat de voormalige werkplaats van de gevangenis. Achter robuuste schuifdeuren is opnieuw een zee aan ruimte: houten tafels met banken en stoelen vormen een restaurant vol planten en schilderijtjes. ‘s Zomers staan alle deuren open en vliegen de cappuccino’s, salades en soepen met ingrediënten uit eigen tuin op fleurig opgemaakte bric-a-brac borden uit de keuken. Alles kan ook aan de kant geschoven worden voor personeelsuitjes en workshops.

Een heus horecabedrijf ontstond hier al snel na aanleg van de moestuin. De wens om een wisselwerking op gang te brengen tussen boer en burger, tussen gewas en consument, kon Ellen met de overvloed aan oogst direct waarmaken. Ook het aangrenzende winkeltje met eigen teelt, huisgemaakte chutneys en veelal Achterhoekse streekproducten is een goed bezochte afzetplek geworden.

Sociaal ondernemerschap
De professionele keuken wordt bestierd door Anne-Marie, die via een lokale boer uit Ellens netwerk aan de Stadsboerin werd gekoppeld. Annemarie: ‘Er was meteen herkenning tussen Ellen en mij. We zijn allebei avontuurlijk ingesteld en staan voor sociaal ondernemerschap. Wij willen delen. Dat is de grondslag van de visie die we hier hebben ontwikkeld. Vanwege mijn kwetsbare gezondheid kan ik niet meedraaien in het reguliere arbeidsproces. De wereld is helaas zo hard geworden. Maar hier heb ik een zachte plek gevonden waar we zorgzaam zijn voor elkaar. Ik kan mijn eigen tijd indelen en ook thuiswerken en achter mijn computer receptuur ontwikkelen. Het is fijn dat ik hier samen kan bouwen aan deze plek, samen met collega’s. De natuurlijke omgeving en de ontspannen sfeer zorgen ervoor dat ik een stuk creatiever ben geworden. Want zodra er kilo’s prei van het land moeten, ga ik uit mijn dak met ideeën voor salades, ovenschotels, inmaken. Ik werk nu aan een recept voor pompoenmosterd omdat we de rijke oogst van een boer uit De Heurne kunnen verwerken. Tijdens de coronacrisis is het idee ontstaan gezonde en betaalbare maaltijden te maken en bezorgen bij oude mensen in de buurt. Inmiddels bestellen ook allerlei anderen ons kant-en-klare driegangenmenu en bezorgen we drie dagen in de week met onze eigen elektrische bus.’

Meedoen naar draagkracht
Anne-Marie is een van de vier parttime betaalde krachten. Verder verzet een poule van ruim veertig vrijwilligers heel veel werk. Belangrijk uitgangspunt is dat ieder werkt naar draagkracht. ‘Ieders bijdrage is zeer verschillend. Een van de vrijwilligers houdt ontzettend van de natuur en heeft er veel kennis van. Zij kan minutenlang naar een hommel staren die op haar handpalm is geland. Dat is haar bijdrage. De manier waarop zij kan genieten van zoiets is waardevol. In de tuinploeg zitten mensen die met pensioen zijn en jongeren die het lekker vinden om hier wekelijks een dag in de tuinen te werken met onze tuinder. Een van de steunpilaren van de keuken kwam hier vorig jaar binnen. Ze wilde, nadat haar man was overleden, weer ergens aan meedoen. Misschien kon ze hooguit twee uur per week iets doen hier, zei ze voorzichtig. Een paar maanden later draaide ze de hele week volop mee in de keuken, en dat doet ze nog steeds.

‘In het begin wilde ik iedereen welkom heten, ik houd niet van denken in hokjes. Dus toen begeleiders uit de geestelijke gezondheidszorg vroegen of hier plek was voor hun cliënt, ging ik daarop in. Maar ik heb gemerkt dat ik niet de juiste begeleiding kan bieden aan mensen met bijvoorbeeld een grote angststoornis of een ernstige vorm van psychisch lijden. Dat vind ik wel spijtig. Maar die inschattingsfout is een goede les geweest; iemand van de regen in de drup helpen is geen goede hulp. Bovendien moet iemand zelf gemotiveerd zijn om hier te komen,’ benadrukt Ellen. ‘Iemand hier ontvangen vraagt mijn aandacht en interesse, dat verlang ik van die ander ook. Daarom vraag ik iemand wat hij of zij hier denkt te willen bijdragen. Wat dat dan wordt maakt me niet uit, als het maar oprecht uit iemand zelf komt. Over achtergrond of problematiek hebben we het verder niet. Ik kan goed luisteren, maar ik heb er de tijd niet voor. We zijn hier om met elkaar iets te doen. Ik ben geen begeleider, ik ben gewoon een stadsboerin. Wat ik kan en wil is samen bouwen op het land. Dat heeft betekenis en het geeft betekenis. Ik vind het fantastisch om te zien dat samenleven hier heel goed gaat. Hokjesdenken werkt uitsluiting in de hand en daar kan ik niet tegen. Waarom? Ja, dat is een goede vraag. Zelf heb ik een liefdevolle jeugd gehad, ik heb drie gezonde kinderen en een fijne vent en niet te vergeten de liefste hond. Ik zie mezelf als een geluksvogel. Misschien komt het daardoor dat ik zo veel te geven heb.’

Vreemde hap
Dat de Stadsboerin zo’n spil in de sociale structuur van Doetinchem zou worden, had Ellen niet voorzien. ‘Het groeit organisch. De gemeente en het Graafschap College benaderden mij in hun zoektocht naar een partner om nieuwkomers in Nederland te helpen hun weg te vinden en aansluiting te krijgen. Dat verzoek sloot perfect aan op het doel dat ik voor ogen had. Dus heb ik twee medewerkers van Stadsboerin gevraagd of zij dit project wilden oppakken. Heel knap hebben zij contact met minderjarige nieuwkomers weten te leggen en hen weten te mobiliseren om hier eens samen te komen. Nu komen ze regelmatig sporten en eten, en bespreken en lachen ze heel veel met elkaar.
Met de jonge nieuwkomers hebben we een diner georganiseerd ter kennismaking voor buurtbewoners en als bedankje voor alle helpers bij onze oprichting. Dat was zo’n succes dat we sindsdien elke maand inloopdiner de Vreemde Hap organiseren. Samen met volwassen migranten en onze koks delen de jongeren de smaken, geuren en verhalen uit Eritrea, Afghanistan of Polen. Het Graafschap College weet ons ook te vinden voor stageplekken voor leerlingen die gevloerd worden in een productiekeuken waar ze zesentwintig taarten per uur moeten bakken. Onze Taart van Tijn is een mooi voorbeeld van de aandacht die iemand hier kan geven en ontvangen. Eén lekkere taart per dag of per week is ook goed. Iedereen die hier aan de slag is.’

Onlangs zei haar man nog dat ze wel een behoorlijk intens leven hebben. Drie puberzoons, allebei een eigen organisatie runnen, Ellen werkt daarnaast ook parttime voor dagblad De Gelderlander. ‘Niet meer als verslaggever, dat gaat niet samen met mijn rol als stadsboerin. Maar ik ben blij dat ik via de krant lezers ook van alles kan meegeven over gezond eten en leven met de natuur. Ik heb inderdaad een druk bestaan. Maar ik kan vertrouwen op mijn intuïtie. Ik denk dat ik daardoor zoveel energie heb en veel aankan. Doordat ik zelf zoveel buiten ben, leer ik steeds beter luisteren. Naar de natuur, en naar mezelf. Laatst was ik verdrietig om het overlijden van een dierbare. Ik trok me even terug om een potje te janken tussen de tomaten in de kas. Vervolgens komt iemand anders naar me toe die er even voor mij kan zijn.’

  • Stichting Stadsboerin is een stadslandbouwproject aan de rand van Doetinchem.
  • 40 vrijwilligers en 4 parttime krachten bestieren er moestuin, bloemen- en vlindertuin, streekwinkel en restaurant.
  • Oogstgenoten leveren hun bijdragen en eten natuurlijk geteelde groenten en kruiden.
  • Op het terrein van 3 hectaren – voorheen De Kruisberg-gevangenis – scharrelen kippen en varkens.