Journalistiek & bladenmaken

Familiestatuut voor harmonie op de zaak

NRC 19|03|2022 FOTO © Kees van de Veen

Familiebedrijven, zo onderstrepen politici en ondernemers graag, vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie. En inderdaad, zo’n 70 procent – ofwel ruim 275.000 bedrijven – wordt gerund door families. Familiebanden zouden de continuïteit garanderen.

Maar waar liefde is, is tragedie. Opvolging en overdracht vormen niet zelden een probleem bij families die bedrijven besturen en bezitten.

Kijk naar Blokker, dat het vanaf 1896 liefst vier generaties had volgehouden tot zeventiger Ab Blokker zijn bloedeigen neef ontsloeg. Oorzaak: de laatste telg die de kwakkelende huishoudketen had moeten redden vernieuwde te hard en te veel.

Ook eigen vermogen investeren of dividend opsouperen is een dilemma dat wrijving veroorzaakt. Zo veroorzaakte ruzie over zeggenschap tussen senior en junior in de familie Fentener van Vlissingen vorig jaar grote onrust binnen hun miljardenbedrijf BCD Travel.

Bij dit soort serieuze organisaties zijn de financiële huishouding en interne controle op orde, zou je denken. Maar juist door de familiebanden drijft stabiliteit voor een groot deel op wat econoom Maarten de Groot sociaal kapitaal noemt. Hij promoveerde vorig jaar op het behoud van familievermogen. Volgens hem ligt de sleutel daarvoor in goede relaties, gemeenschappelijke doelen, duidelijke afspraken en gezamenlijke beslissingen. Families kunnen dat sociale kapitaal bewaken door een familiestatuut op te stellen, meent De Groot.

Het familiestatuut is een document waarin families met een eigen bedrijf kwesties regelen als opvolging, overnames en overdracht. Het is in opkomst, weet Ilse Matser, oud-lector familiebedrijven aan de hogeschool Windesheim en nu partner van Innoo, een bureau dat die bedrijven adviseert.

„Je redt het niet als je enkel juridisch en fiscaal alles dichttimmert”, zegt Matser. Vroeger bepaalde ‘pa’ dat de oudste de zaak inging, of dat ieder kind moest meewerken. „Maar de 55-plussers van nu bieden hun opvolgers de kans bewustere keuzes te maken.”

Diverse rollen en belangen
Ook de groeiende omvang van veel familiebedrijven noopt tot duidelijke afspraken, zegt Matser. De functies en ambities van de familieleden kunnen nogal variëren. „Sommigen kunnen in de directie zitten, anderen zijn alleen eigenaar. Met een neef op de werkvloer, een nicht in de directie en een vader op afstand ontstaan diverse rollen en belangen. En dan moet je bedenken hoe je daarmee omgaat.”

Zo kiezen sommige bedrijven ervoor hun aandelen te certificeren. De eigendom blijft dan bij de betrokken familieleden, de zeggenschap gaat naar een ‘stichting administratiekantoor’. Het bestuur daarvan kan bestaan uit familieleden en externe deskundigen, die samen optreden namens alle familieleden.

Juridisch gezien is dat document overigens niet bindend. Maar opstelling ervan dwingt wel tot nadenken over zaken als de verdeling van eigendom, opvolging of gunning van banen en stages aan familieleden.

‘Geen heilige graal, wel goed om zachte waarden vast te leggen’

Desirée Westland (35) behoort tot de vierde generatie in familiebedrijf Westland Kaas. Ze werkt daarbuiten, bij het Zwolse adviesbureau IJsselvliet, en is bestuurder van de Stichting Administratiekantoor Westland Holding. Die houdt de zeggenschap voor de 48 certificaathouders in het kaasbedrijf.

„Het laatste waar ik zin in had was de tachtig pagina’s familiestatuut doorworstelen die ik tijdens mijn eerste certificaathoudersvergadering in 2011 overhandigd kreeg. Dat zo’n document veelal in een la stof ligt te happen, is precies waarom ik allergisch ben voor familiestatuten. Maar vanuit politiek, notaris- en accountantskantoren klinkt steeds vaker de roep om als familie met een bedrijf afspraken vast te leggen in zo’n statuut. Zo beval CDA-Kamerlid Hilde Palland het kabinet vorig jaar in haar initiatiefnota over familiebedrijven aan de governance bij die bedrijven te versterken door het familiestatuut bekender te maken.

„Het is geen heilige graal, maar het wordt soms wel zo neergezet. Verplichting ervan vind ik onzinnig. Dat is geen juiste prikkel. Zeker omdat opstellen ervan in de praktijk vaak een invuloefening is, via een standaard format.

„Een voorval in onze familie toonde pijnlijk aan dat afspraken maken en vastleggen niet altijd helpt conflicten te voorkomen. Toen een familielid buiten de afgesproken termijn certificaten wilde verkopen, bleek dat juridisch toch mogelijk. Bij Westland gaan we daarom nu een aandeelhoudersovereenkomst; de afspraken daarin zijn wel rechtsgeldig.

„Maar een belangrijke waarde binnen onze familie is fun, verbondenheid voelen en plezier hebben met elkaar. Dat kun je niet opnemen in een aandeelhoudersovereenkomst. De zachte kant van het eigenaarschap hoort thuis in het familiestatuut.

„In mijn werk als adviseur merk ik regelmatig dat het échte gesprek niet is gevoerd. Momenteel begeleid ik een familie waarin de onderlinge relaties onder druk staan. Ik heb voorgesteld dat ze met elkaar gesprekken voeren over hoe ze met elkaar willen omgaan, wat belangrijk is, wat ze met elkaar willen afspreken. Bij die gesprekken kan je besluiten wat je wil vastleggen.

„Of er nu problemen zijn of niet, het is belangrijk om samen pijnpunten te bespreken, de diepte in te gaan en overeenstemming te vinden – over zaken als eigendom, opvolging, kernwaarden binnen de familie en het bedrijf. Als je met die intentie het gesprek voert en de uitkomsten vastlegt, is een familiestatuut wel degelijk waardevol.

„Nadat ik binnen onze familie opmerkte dat ons eigen familiestatuut een opfrisbeurt nodig had, werd mij gevraagd dat te doen. Ik constateerde dat we beter een compleet nieuwe versie kunnen maken. Ons jongste statuut is van 2013; het bevat stukken die er niet in thuishoren, en andere zaken ontbreken.

„Ook wilde ik niet in mijn eentje verantwoordelijkheid dragen voor de klus. Juist het proces van samen nadenken en afwegen wat in het familiestatuut vermeld moet worden, is zo belangrijk. Bij Westland zijn we met meer dan honderd familieleden, inclusief aanhang en kinderen onder de achttien, verspreid over vijf generaties. Slechts 48 van hen zijn certificaathouder, met een direct belang in de holding. De overige leden hebben wel een rol in het familiestatuut.

„We hebben nu met vier familieleden een werkgroep gevormd en onderzoeken welke waarden en afspraken van belang zijn. We betrekken alle familieleden bij het concept van het familiestatuut. De definitieve versie zal ieder familielid dan moeten lezen en tekenen voor akkoord. Na de feestelijke presentatie ervan, komend najaar, willen we jaarlijks een familiedag organiseren waarin een belangrijk thema centraal staat. Om het document levend te houden.”

‘We ‘beleven’ het statuut door er voortdurend mee bezig te zijn’

Len Boot (62) leidt verpakkingsmultinational NNZ Group in Groningen. Nu hij, zijn zus en zijn broers de pensioenleeftijd naderen, is opvolging een belangrijk thema. Het familiestatuut heeft een rol in de discussies en besluitvorming erover.

„Wij leven en beleven het familiestatuut zeer. Mijn vader begon er als een van de eerste in Nederland mee in 1996, en nog steeds is het een ontzettend handig instrument. Harmonie vinden wij een belangrijke waarde, binnen de familie en binnen het bedrijf, ook als we moeilijke dingen bespreken. Het is dus van belang dat we goed met elkaar kunnen communiceren. Daarom hebben we in het familiestatuut vastgelegd dat we minstens eens per jaar een familievergadering hebben.

„Tegenwoordig komen we zelfs drie, vier keer per jaar samen, omdat we de vierde generatie actiever willen betrekken. Ik werk al dertig jaar in het bedrijf, dat ik sinds 2004 leid. Mijn broer runt de Amerikaanse tak, mijn zus werkt in de gezondheidszorg, mijn jongere broer is musicalproducent. Maar alle vier hebben we een rol in het bestuur van het bedrijf, en dus in de toekomst ervan. Nu we de pensioenleeftijd naderen, zijn we bezig met de opvolging. Eerder besloten we de nieuwe generatie vanaf hun achttiende uit te nodigen voor de aandeelhoudersvergadering. Daarop volgde het idee hen daarop voor te bereiden.

„We houden het niet bij vergaderen. De vierde generatie bestaat uit 4A en 4B, B zijn de jongsten van achttien tot zesentwintig jaar. Om het voor hen leuk te houden, hebben we een praktijkdag georganiseerd: meelopen met de mensen die verpakkingen maken. Dat vonden ze ontzettend leuk en leerzaam. Het effect is dat zij vaker en meer willen meedoen.

„Laatst hebben we een sessie gehouden om per persoon en met z’n allen na te gaan wat ons drijft. Ligt je affectie meer bij financiële belangen van NNZ, bij meebesturen of wil je je juist extern ontwikkelen?

„Opvallend was bij alle familieleden hoe sterk het gevoel voor het bedrijf is. Ons familiestatuut schrijft voor dat ze alleen in het bedrijf mogen werken als zij de capaciteit of potentie hebben naar een managementfunctie te groeien. Daar hoort bij dat ze hoger opgeleid moeten zijn en zeker vijf jaar elders een managementfunctie hebben vervuld. Komt er een vacature, dan kunnen ze mee in de sollicitatieprocedure.

„Bij gelijke geschiktheid krijgt familie voorrang. Zo is mijn nicht Roos hier komen werken als salesmanager Benelux, nadat ze zich had bewezen bij FrieslandCampina. En mijn neef Patrick staat klaar om te beginnen als financieel bestuurder Noord-Amerika. Beiden zijn van de vierde generatie. Ze zullen zich moeten bewijzen, en plezier in het werk hebben natuurlijk.

„Deze basisregels zijn al beklonken in ons eerste familiestatuut. Toen mijn vader 65 was, droeg hij de sleutel van het bedrijf over en stortte zich twee jaar lang op dat statuut. Wij, de vier kinderen van de derde generatie, werden daar ook intensief bij betrokken. Tot die tijd was de structuur eenvoudig: pa was alleen; met meer is het lastiger afspraken maken. Hij zag vier nieuwe aandeelhouders komen en wilde dat wij de continuïteit zouden waarborgen.

„We ‘beleven’ het statuut sindsdien door er voortdurend mee bezig te zijn. Nu verkennen we de optie om wel een familielid in de raad van commissarissen te hebben, terwijl er geen familie in de directie zit – we willen ver vooruitkijken. Elk jaar passen we artikelen aan, daar is zo’n document voor.

„Wij leven naar de letter van het statuut. Alles wat we bespreken en besluiten laten we vastleggen door de notaris die deel uitmaakt van het bestuur van ons administratiekantoor. Wij willen het statuut zo rechtsgeldig mogelijk hebben. Anders kun je alles prachtig opschrijven, maar heeft het geen zin. Zelfs mijn kinderen zeggen: doordat wij als familie uitvoerig zaken bespreken en elkaar daardoor regelmatig zien, voelen we werkelijk verbinding met elkaar.”